Het dringt plots extra hard door, daar is het dan dat typische stress-momentje op het einde van een zwangerschap: ja… binnen dit en drie weken is het zover, dan kunnen we ons meisje in ons gezin verwelkomen. We kijken er enorm naar uit, maar is die tijd niet plots bijzonder snel gevlogen? Het lijkt wel gisteren toen ik het heugelijke nieuws aan Nino bekend maakte. Het was tijdens onze surftrip in Cantabria. Plots voelde ik het, ik ben zwanger! Een maand eerder beslisten we om stilletjes aan voor een tweede kindje te zullen gaan. Ik had dus een test meegenomen, en inderdaad we hadden al prijs. Met alcoholstift nam ik een t-shirt van Neo en schreef op de achterkant: “I am going to be a big brother”.
En nu hebben we nog maar drie weken te gaan, of twee, of misschien is het nog maar een week, HELP! Als een gek begin ik nu plots to do lijstjes te maken: die co-sleeper moet nog in elkaar geschroefd, de eerste kleertjes moeten worden klaargelegd, alles moet gepoetst worden (ook de dingen die ik nog nooit heb gepoetst), ik wil een net nest. Ocharme Nino… hij krijgt het nu zwaar te verduren 😊

Ook voor Neo wordt het concreter, volgende week viert hij zijn derde verjaardag en we merken een grote sprong in zijn ontwikkeling. We voeren echte gesprekken nu, we praten over de baby, over hoe ze nu nog in de buik zit: kijk en voel maar! Want ze zit amper stil. Neo’s kleine handjes bewegen over mijn buik. Hij kijkt even verrast op als hij het één of het andere uitsteeksel voelt, een voet misschien? Een knie, elleboog of handje? “Voel maar, lieverd” zeg ik. “Dit is je zusje”. Neo is erg zorgzaam met mij. Plots wil hij na het douchen mijn haren kammen. Mijn onderrug masseren en de gróte buik insmeren, “dat mogen we niet vergeten, toch mama?”
Gisteren voor het slapengaan begon hij te vertellen over zijn nieuwe slaapkamer. “Zusje gaat hier ook slapen hé: daar zo. En is dat dan in een hééél klein bedje?”
